Maandelijks archief: december 2014

Driftbuien

Toen Femke minder moest gaan eten, kreeg zij woedeaanvallen. De hele dag door vroeg en zeurde Femke om eten. Het ging nergens anders over. Eten, eten, eten en drinken. Zodra ze wakker werd, moest ze eten. Niet eerst wassen, plassen of aankleden. En als Femke haar zin niet kreeg, ging zij languit op de grond liggen slaan met haar vuisten en trappen met haar voeten. En schreeuwen. Heel hard, heel lang.

Gelukkig bood het consultatiebureau hulp. Meerdere keren zijn wij naar een extra consult geweest waarin de wijkverpleegkundige ons handvatten aanbood voor het omgaan met Femkes driftbuien. Zo kregen wij het advies het ongewenste gedrag van Femke te negeren. Als je dat kan, is dat de beste aanpak. Maar wij konden dat niet. Gek werden wij van haar volume in onze nabijheid.

We kregen een andere optie: zet Femke elke keer bij ongewenst gedrag apart, bijvoorbeeld op de gang of in de bijkeuken. Waarschuw haar van tevoren dat je haar gaat straffen. ‘Als je nu niet ophoudt met zeuren, zet ik je in de bijkeuken. Ik tel tot drie en dan stop je. Anders zet ik je apart.’ Als Femke stil wordt, mag zij weer terugkomen. Je beloont haar dan. ‘Ben je stil? Goed zo! Lieve meid. Kom maar.’

Heel belangrijk in deze: doen wat je zegt! En door dit consequent toe te passen, maakten wij het duidelijk voor ons allemaal waarom, wanneer en hoe Femke straf kreeg. En het hielp: de driftbuien werden minder en gingen sneller voorbij.

Toen had Femke een nieuw machtsmiddel gevonden: als ze stil was geworden en wij haar vroegen terug te komen, zei Femke: ,,Nee. Ik blijf hier.” Wij moesten er eigenlijk vreselijk om lachen, maar weer wisten we niet hoe we het beste konden reageren! Gelukkig hadden we nog een afspraak staan met de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau om haar hulp te vragen. Een echte aanrader! Haar advies: opnieuw Femkes ongewenste gedrag negeren. En nu lukte ons dat wel, omdat dit protest stilzwijgend werd uitgevoerd!

Augustus 2009

Terug naar: Columns

Minidans met chips

Kinderen hebben veel plezier in spelen en bewegen, binnen en buiten. Vol spanning ontdekken ze zo hun wereld. Voor volwassenen adviseren deskundigen een half uur beweging per dag, maar voor peuters en kleuters ken ik eigenlijk geen richtlijnen. Toch ga ik er van uit dat beweging grote invloed heeft op de ontwikkeling van mijn kinderen. Ook sociaal, emotioneel en verstandelijk. Kortom, ik stimuleer ze om te bewegen.

Femke staat van jongs af aan al te dansen zodra ze muziek hoort. En al vroeg wist ze dat ze op dansles wilde. Voor de zomer bezochten we daarom een proefles Minidans. Femke vond het prachtig! Allemaal meisjes verkleed als prinsesjes (roze balletpakjes) rondfladderend op muziek. Enthousiast meldden we ons aan.

Als de eerste les begint, na de zomervakantie, lopen de meisjes en een enkele ouder de danszaal in. Er blijkt een danseresje jarig te zijn. Haar moeder vraagt of het meisje mag trakteren, terwijl ze een zak snoepjes in de lucht houdt. Vol verwachting kijk ik naar de dansjuf. Ik hoop dat zij beleefd nee gaat zeggen. Ondertussen tel ik de kindjes. Eén, twee, drie … zestien kindjes. Zestien traktaties? De juf vindt het, helaas, prima. Oh help, waar gaat straks de volgende moeder mee komen?

De dansles is voorbij en ik kleed Femke om. Het knispert om ons heen. ,,Mam, die wil ik ook straks!”, wijst Femke naar een chipszak. Het aantal zakken om ons heen groeit. Ik probeer Femke af te leiden door te praten over de dansles en hoe leuk die was. Ik wijs naar de snoepjes nog in haar hand en zeg dat ze boft met meteen in de eerste les een traktatie.

We lopen de kleedkamers uit richting de uitgang. Als we de bar passeren roept iemand: ,,Mevrouw, wil uw dochter ook een zakje chips?” Niet te geloven. Ik probeer rustig te blijven. ,,Nee, dank u.” Ik leg aan Femke uit dat ze al iets lekkers heeft en gelukkig weet zij dat wij ’s middags maar één keertje snoepen. Ondertussen maalt het in mijn hoofd. Waarom moet er tijdens de dansles worden getrakteerd? Waarom worden er chips uitgedeeld? Het is nota bene bijna etenstijd! Ik wil gezonde voeding en gezonde beweging! Maar hoe moet dat nou als er snoep en chips worden uitgedeeld? Femke is gelukkig blij met haar Minidans, maar ik word hier behoorlijk moedeloos van.

September 2009

Terug naar: Columns

Tussen de oren

Je hoort en leest er regelmatig over, maar je ziet haar zelden: de gezonde traktatie. Nou valt dat ook niet mee. Je hebt meer tijd nodig om een gezonde traktatie te maken dan iets kant-en-klaars te kopen. Je moet iets creatiever zijn. Bovendien wil je graag de goedkeuring van je kind. En misschien ben je bang dat jouw kind niet vet cool is met zijn gezonde traktatie en in de klas wordt uitgelachen?

Ondanks alles waagde ik het erop: ik besloot met Isabels tweede verjaardag geen snoeptraktatie te doen. Ik kwam op het idee een grabbelton te maken met cadeautjes. In een grote doos met deksel verstopte ik onder krantensnippers kleine cadeautjes. Roze verpakt voor de meisjes, stoer gestreept verpakt voor de jongens. Het werd een groot feest; de kindjes vonden het geweldig en de leidsters ook!

Twee maanden later werd Thomas zeven jaar. Hij zat in groep drie. Tja, wat kon ik voor zijn traktatie bedenken? Ik bedacht een dobbelspel en vroeg aan Thomas: ,,Wat wil je liever: trakteren op iets lekkers óf in de klas dobbelen om cadeautjes?” Ik verwachtte dat hij zou kiezen voor het lekkers. Het dobbelspel legde ik uit en Thomas was direct verkocht. ,,Lijk ik net Sinterkláás!”

Ik sleepte de IKEA-schatkist van de zolder en stopte die vol met stoere en schattige cadeaus. Ik stelde spelregels op en liet Thomas een paar ballonnen opblazen om de presentjes feestelijk te bedekken. Klaar.

’s Ochtends, op de dag van Thomas’ traktatie, stond ik voor de schatkist vol cadeautjes. ,,Zal ik er toch een paar lolly’s bij doen?”, vroeg ik me af. ,,Vinden de kindjes in zijn klas een traktatie zonder snoep of chips wel een echte traktatie?” Ik werd onzeker en ik was bang dat Thomas’ klasgenootjes het niet leuk zouden vinden…

Wat vond ik het spannend te horen van de juf hoe het was gegaan. De juf, de kinderen èn Thomas vonden de traktatie allemaal geweldig. ,,Heeft niemand dan gevraagd of Thomas ook nog iets lekkers bij zich had?” vroeg ik zekerheidshalve aan de juf. ,,Nee, niemand”, zei ze. Geweldig! Want nu wist ik het zeker: dat kinderen per se op snoep getrakteerd willen worden zit tussen onze volwassen oren. Het gaat erom ze te verrassen en dan vinden ze cadeautjes net zo leuk, zo niet leuker!

Oktober 2009

Terug naar: Columns

Anti-discriminatiebeleid

Femke heeft sterke aanleg om dik te worden. Daarom is het erg belangrijk goed op haar eet- en drinkpatroon te letten. Wij als ouders proberen daar zoveel mogelijk in te sturen.

Je kind eet en drinkt niet alleen thuis, maar ook buitenshuis. Voor veel ouders is dit een reden de moed op te geven of zelfs niet eens te beginnen aan het terugdringen van het overgewicht van hun kind. En daar gaat het mis.

Als ouder ben je verantwoordelijk voor de gezondheid van je kind. Extreem overgewicht kan ernstige gevolgen hebben en dat moet je als ouder onderkennen. Thuis moet de basis worden gelegd voor een gezond voedingspatroon. De kunst is om als ouder het goede voorbeeld te geven. Zoals je je kinderen leert dat roken en alcohol slecht zijn, zou je ze ook moeten leren dat vet, suiker en zout ongezond zijn. Zelf dus geen kasten vol snoep en chips hebben. Voeding als onderdeel van de opvoeding.

Een veel voorkomende valkuil is om te gaan vergelijken. Ik hoor mensen vaak zeggen, dat hun kind echt niet te veel eet en heel weinig snoept. Toch is het te dik. Waar ligt dat dan aan? Wij zijn gewend om ons eetpatroon te vergelijken; als mijn kind minder snoept dan het buurmeisje, vind ik dat mijn dochter weinig snoept. En hier zit de fout. Veel kinderen snoepen te vaak en te veel. Je kunt je eetpatroon niet afstemmen op je omgeving. De juiste dagelijkse hoeveelheden eten en drinken voor jouw kind vind je op de site van het Voedingscentrum. En dus niet bij je buren.

Als je thuis een consequent beleid van gezonde voeding voert, waarbij je niet meer dan twee keer per dag snoept, zijn er veel extraatjes mogelijk. Wij kwamen hier achter door ons ‘anti-discriminatiebeleid’. Toen het tot ons doordrong dat Femke obesitas had, werd ik heel streng. Ook tijdens feestjes. Eigenlijk discrimineerde ik Femke door haar krampachtig van alle eetwaar weg te houden. Femke viel af, wat eigenlijk niet mocht op die leeftijd. We konden dus een beetje de teugels laten vieren. We besloten te kijken wat er zou gebeuren als we Femke tijdens feestjes, weliswaar gedoseerd, een graantje mee zouden laten pikken van al het lekkers. Wat schetste onze verbazing: ze kon het hebben. En we deden haar er een heel groot plezier mee!

December 2009

Terug naar: Columns

Stap 6: Op de lange termijn

Wat heb je bereikt?

– Je gezin geniet elke dag van gezonde voeding.
– Over het dagelijkse eetpatroon is geen discussie meer.
– Je kind met overgewicht voelt zich door iedereen gesteund.
– Elk gezindslid is met recht trots op het resultaat.
– Elk gezinslid leert over gezonde voeding en zal hier veel profijt van hebben.

Groei uit de gevarenzone
Je kind eet voldoende en de kilo’s zie je niet verdwijnen: dat is precies de bedoeling. Het doel van een gezond eetpatroon is namelijk om het huidige gewicht vast te houden. Je kind groeit dan vanzelf uit de gevarenzone. De lengte van je kind neemt toe, terwijl het gewicht gelijk blijft. Hierdoor verbetert de Body Mass Index (BMI).

Let op: bij bedreiging van de gezondheid op korte termijn – zoals diabetes, slaap apneu syndroom of leverschade – kan gewichtsverlies therapeutisch van belang zijn. Overleg daarom altijd met je huisarts of specialist.

Deel het succes
Wanneer je merkt dat je kind gegroeid is, bereken dan de BMI. Zo maak je de verbetering concreet. Bespreek de voortgang ook met andere partijen die meehelepn, zoals opa’s en oma’s, de schooljuf en de oppas. Door het succes te delen, motiveer je iedereen om de aanpak vol te houden.

Ruimte voor uitzonderingen
Nu iedereen de nieuwe eetgewoontes eigen heeft gemaakt, ontstaat er ruimte voor uitzonderingen. Bij gelegenheden als verjaardagsfeestjes kun je van het vaste patroon afwijken. Maak wel duidelijk dat het om een uitzondering gaat. In de dagen na een uitzondering kun je wat discussie verwachten. Houd gewoon vast aan het normale patroon en je kind leert dat een uitzondering blijft wat het is: een uitzondering.

Stap 5: Consequent zijn en volhouden

Wat betekent discipline voor het gezin?

Zoals elke verandering, zal het nieuwe eetpatroon onvermijdelijk op weerstand stuiten bij je kind. Eindeloos vragen, verwijten, driftbuien. Hoe beperk je dat zoveel mogelijk? En hoe ga je daarmee om als het gebeurt? Wij hebben het allemaal meegemaakt.

Het goede voorbeeld geven
Allereerst is het belangrijk om het goede voorbeeld te geven. Als je wilt dat je kind de regels serieus neemt, dan zul je dat zelf ook moeten doen. Houd je consequent aan de regels.

Houd vast aan de dagindeling
Een vaste structuur voorkomt een hoop discussie. Wijk er dus niet vanaf, ook niet op een positieve manier – want daarmee creëer je onduidelijkheid voor alle dagen die volgen.

Omgaan met driftbuien
Het is onvermijdelijk… Protest, boosheid en driftbuien. Laat je niet van de wijs brengen. Zoek naar een manier om ermee om te gaan. Hoe wij dat hebben gedaan, lees je in mijn column over driftbuien.

Omgaan met commentaar
Eén ding is zeker: iedereen gaat je advies geven – vaak zonder te weten waar je precies mee bezig bent. Natuurlijk zit daar af en toe iets waardevols tussen. Maar laat je zeker niet onzeker maken en neem raad alleen over als het past binnen je eigen visie en aanpak.

Afspraken met anderen
Maak afspraken met school, buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en andere plaatsen waar je kind regelmatig verblijft. Zeg duidelijk wat je kind wel mag eten en wat het niet mag eten. Wees concreet: niet ‘ongeveer’, maar ‘precies’. Bijvoorbeeld: 150 gram fruit, 1,5 dl melk.

Houd vast aan eetmomenten
Houd vast aan je eetpatroon, maar dring nooit voeding op aan je kind – zeker geen onnodig voedsel zoals tussendoortjes. Lust je kind geen slagroom? Houden zo!
En zoek zelf geen extra eetmomenten op. Wat ik hiermee bedoel? Lees mijn column Ontmoedigingsbeleid.

Meet het eten – niet het lichaamsgewicht
Houd goed in de gaten wat je kind eet door de precieze hoeveelheden geregeld te wegen. Zo hoef je niet te twijfelen of je goed bezig bent. Het gewicht van je kind hoef je daarentegen niet in de gaten te houden. Laat het wegen over aan de begeleider of behandelaar. Zo voorkom je dat het cijfertje op de weegschaal een obsessie wordt.

 

Ga naar Stap 6: Op de lange termijn

Stap 4: Beweging en spel

Hoe kan ik mijn kind meer laten bewegen?

Neem de tijd voor alledaagse beweging. Boodschapje doen of kinderen ophalen? Ga met de fiets of te voet. Natuurlijk laat je je kind zoveel mogelijk zelf lopen of fietsen. Geef het goede voorbeeld, wees geduldig en moedig aan met positieve feedback.

Ga mee in het spel van je kind
Probeer je kind te stimuleren in zijn eigen spel. Kijk waar je kind mee bezig is, doe mee en probeer het spel uit te breiden. Bedenk welke vormen van sport en spel bij de interesses van je kind passen. Gooi je kind niet meteen in het diepe met een aanmelding bij een vereniging, maar praat erover en doe kleine oefeningen om hem aan het idee te laten wennen.

 

Ga naar Stap 5: Consequent zijn en volhouden

Stap 3: De boodschappen

Welke producten kan ik het best in huis halen?

Een beter eetpatroon begint met de boodschappen. Als je minder dikmakers in huis hebt, zal je kind er ook minder van eten. Het is daarbij belangrijk dat het eten lekker en gevarieerd blijft. Zelf gebruik ik hiervoor een Variatielijst. Het is het makkelijkst om thuis een boodschappenlijst te maken.

Iedereen doet mee!
Het nieuwe boodschappendoen heeft gevolgen voor alle gezinsleden. Iedereen gaat anders eten, niet alleen het kind met overgewicht. Als één kind een uitzondering zou zijn binnen het gezin, maak je het vrijwel onmogelijk om een nieuw eetpatroon vol te houden.

 

Ga naar Stap 4: Beweging en spel

Stap 2: De basismaaltijden

Hoeveel mag mijn kind eten?

Op de site van het Voedingscentrum kun je uitzoeken hoeveel voeding je kind elke dag nodig heeft. Vink ‘Vrouw’ of ‘Man’ aan, vul de leeftijd in van je kind en klik op ‘Bereken mijn advies’. Maak een printje van deze aanbevelingen. Stel een dagindeling op met maximaal 7 eetmomenten. Ook tussendoortjes krijgen een vast moment. Na verloop van tijd raakt je kind gewend aan het patroon – en daarmee voorkom je discussies.
Ook onder het tabje Mijn kind en ik op de site van het Voedingscentrum vind je veel informatie over voeding voor je kind, per leeftijdscategorie.

Voorbeeld dagplanning 4 t/m 8 jaar
De aanbevelingen van het Voedingscentrum vertaald naar de praktijk, opgesteld voor mijn dochter Femke.
1.  7.30 uur ontbijt: 1 volkoren boterham + halvarine + halve plak magere kaas,
1 dl melk
2.  10.00 uur fruitkring op school: 1,5 stuks (150 gram) fruit, 1 beker ranja
3.  12.30 uur lunch: 2 volkoren boterhammen + halvarine + halve plak magere
vleeswaren, 1 cracker + halvarine + jam, 5 plakjes komkommer, 1,5 dl melk
4.  15.30 uur tussendoor: 1 koekje of snoepje, 1 beker ranja
5.  17.00 uur tussendoor: 1 soepstengel
6.  18.00 uur diner: 2,5 schep aardappels, 2 scheppen groente, half stukje vlees,
water, 1,5 dl magere yoghurt met 1 eetlepel vanillevla

Voorbeeld dagplanning 1 t/m 3 jaar
De aanbevelingen van het Voedingscentrum vertaald naar de praktijk, opgesteld voor mijn dochter Isabel.
1.  7.30 uur ontbijt: 1 volkoren boterham + halvarine + halve plak magere kaas,
1 dl melk
2.  9.00 uur tussendoor: 1,5 stuks (150 gram) fruit, 1 beker water
3.  11.00 uur tussendoor: 1 koekje (lange vinger of café noir), 1 beker water
4.  12.30 uur lunch: 1 volkoren boterham + halvarine + halve plak magere
vleeswaren, 1 cracker + halvarine + jam, kwart gele paprika in reepjes, 1 dl melk
5.  15.30 uur tussendoor: 1 koekje of snoepje, 1 beker ranja
6.  17.00 uur tussendoor: 1 soepstengel
7.  18.00 uur diner: 1,5 schep aardappels, 1 schep groente, half stukje vlees, water,
1 dl magere yoghurt met 1 eetlepel vanillevla

 

Ga naar Stap 3: De boodschappen

Stap 1: Het probleem

Is mijn kind te dik?

Zoek uit of je kind te dik is en bepaal de mate van overgewicht. Je erkent hiermee dat je kind hulp nodig heeft. Voor ons was dit een moeilijke stap.

  • De BMI (Body Mass Index) geeft aan of het gewicht van je kind past bij zijn lichaamslengte, leeftijd en geslacht. Bereken de BMI met deze BMI calculator.
  • Maak een afspraak met je huisarts of ga naar het spreekuur om het probleem voor te leggen; hij kan je indien nodig doorverwijzen naar een specialist zoals een kinderarts, diëtist of kinderfysiotherapeut.

Het kinderobesitascentrum in ‘s-Hertogenbosch
In het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ‘s-Hertogenbosch werkt dr. E.G.A.H. van Mil aan het opzetten van een kinderobesitascentrum. Dokter van Mil is kinderarts-endocrinoloog, gepromoveerd op kinderobesitas. Hij begeleidt Femke en ons als ouders en heeft ons zeer goed geholpen. Met een doorverwijzing van je huisarts kun je met hem een afspraak maken.

 

Ga naar Stap 2: De basismaaltijden